Essay
De ruimte in jouw innerlijk herstellende talent
Jolanda Doornbos (1e graads docent beeldende kunst & vormgeving, schrijver, spreker)
Twee meiden maken van ons trotse ouders. De jongste is zes jaar oud en leest veel boeken. Iedere week wordt het maximale aantal boeken uit de bibliotheek geleend (soms stiekem een paar op de leenpas van haar zus) Ja, ze speelt met kinderen, zit op zwemles en danst en zingt bij musicalles. Interactie genoeg. Maar wat is haar diepste verlangen als ze op vrijdagmiddag uit school komt…? Op het schoolplein is het een drukte van jewelste. Wie bij wie speelt, hoe er wordt geluncht, hoe laat en waar het kind wordt opgehaald en welke buitenschoolse activiteiten er ook nog op het programma staan waar rekening mee gehouden mag worden rondom de logistieke puzzel. Onze dochter stapt dapper door de meute heen richting mij en duwt haar tas in mijn handen: ‘Alsjeblieft mam. Hè, hè… eindelijk! Vanmiddag ga ik lekker boekjes lezen op de bank!’
Hoe zou het zijn als wij docenten de student terugbrengen naar dat kind van zes en naar wat zij het liefste doet?
Vanaf het moment dat een kleuter haar onzekere voetjes binnen het onderwijssysteem zet, ‘moet’ het meisje van alles… De juf op school noteert hoe ze het doet en hoe de curve in lijn is in dat wat de norm lijkt te zijn. Is ze sociaal? Motorisch goed onderlegd? Kan ze vormen herkennen? In haar verdere schoolloopbaan wordt die spanne meer opgerekt. Er wordt gedoeld op haar vaardigheden, haar prestaties en daar horen diploma’s bij: Van je veterstrikdiploma tot aan je bull. Gaandeweg is daarin ook de verwachting en de sociale druk dat sport belangrijk is, vergeet al die feestjes niet, een hechte vriendengroep, nobel vrijwilligerswerk en de landen waar ze is geweest om zich ook cultureel te onderleggen. Plak daar ook goed betaalde bijbaan bij met dito salaris zodat ze ook kan ‘leven’ bij een (al dan niet Christelijk) festival, concert of restaurant, wat ze dan weer op de socials plaatst. Geeft God ons niet een rustdag in de week? Maar die ene rustdag staat nu ook vaak al weer vol met afspraken.
Jongeren zijn uitgeput (1). Studenten die een burn-out hebben zijn niet meer op één hand te tellen. De loopbaanstudiebegeleider heeft daar inmiddels een spreekuur voor op school. Jongeren raken in de knel, niet zozeer van een studie of een baan, maar van de verwachting die daar aan kleeft. Het talent heeft juist iets anders nodig om te ontkiemen… de ruimte.
Talenten, daar wil ik het over hebben. Ik geloof dat God in een ieder van ons één of meer talenten heeft gelegd. De kunst is te ontdekken welke dat zijn. Het is mooi als een school dat stimuleert, maar ik vind het interessanter om te kijken naar de periode voordat het kind deelneemt aan het door de leerplicht verplichte onderwijssysteem.
Wat vindt het meisje leuk om te doen? Waar lok je haar mee uit haar tent? Waar zijn tranen verdwenen als sneeuw voor de zon als dat ene ten tonele verschijnt? Waar zet je haar angst om in zelfvertrouwen?
Dat is voor iedereen anders. De één wil actief aan de slag met het lichaam – kruipt al voor dat je het kan benoemen, stoeit het liefst net zo lang totdat je sokken uit zijn en rent totdat je stappenteller al voor half negen ’s ochtends op tienduizend staat. Ze gaat ‘aan’ op muziek; maakt klanken, luistert aandachtig als je voorleest of zingt en probeert dat na te doen. Ze leeft op als je de natuur in gaat en verwondert zich over grassprietjes of een hondendrol.
Voor het theekransje met je dochter zet jij de chocolade op tafel en gaat nog even naar het toilet… De witte suéde bank wordt ineens opgesierd met een Picasso van chocoladestrepen. In de zon leek almond sweet toch op vingerverf?
Maria Montessori schreef in ‘Het geheim van het Kinderleven’ dat als een kind intrinsiek wordt gemotiveerd, de werkelijke ambitie naar boven komt en het de instincten die in een neerwaartse spiraal het kind naar beneden drukt (lage instincten), doet vergeten (2). Ook zegt zij in ‘de methode’: “Alle overwinningen en alle vooruitgang der mensheid komen voort uit innerlijke kracht.” (3) Ze noemt daarbij het voorbeeld dat een jongen alleen een goede dokter kan worden wanneer hij door roeping tot zijn studie wordt gedreven en niet om er een huwelijk of materieel voordeel mee te doen.
Hoe zou het zijn als je het onderwijs en daarmee het leven van een student zo inricht, dat deze kunstvorm van het vinden van jouw innerlijk herstellende talent, die dus in iedere student zit, een leven lang behouden blijft?
Ook ik heb eens gekleurd en gescheurd op het behang van mijn ouders. Toen ik nog geen twee turven hoog was typte ik op de typmachine van mijn moeder. Dat was haar trots, want dat was het enige certificaat dat ze ooit behaalde: haar typdiploma. Mijn beide ouders hadden een verstandelijke beperking (4). Mijn moeder heeft door haar mentale welbevinden nooit een schooldiploma kunnen halen. Als kind liep ik al snel aan tegen wat hen niet lukte in de wereld om hen heen, terwijl het wel mijn ouders waren. Ze waren toch volwassen? Grote mensen wisten alles? Daar zat ik dan als kind en later als tiener, met mijn filosofische vragen over het leven, het bestaan van God en de zorgen die ik had. Als ik het niet meer wist dan was er één ding waar ik altijd op terug kon vallen. Dat talent wat God mij had gegeven, wat troost en liefde bood, die de tijd deed vergeten waardoor er weer een nare dag voorbij was. Dat was ‘het creëren’. Ik checkte uit, uit de wereld om mij heen en er was een leeg vel dat het verdiende om iets moois op te maken. Een tekening, een gedicht, een opstel of een combinatie van beiden. Woorden die kwamen, waarin ik weer doorborduurde op een tekening die ontstond in het beeldende in mijn hoofd.
Wat er werkelijk uit voort kwam, was het sublieme dat ruimte heet. Ruimte in het brein. Er kwam vrijheid om te denken waardoor chaos en wanhoop werden omgebogen naar zelfvertrouwen: ‘Dit heb ik gemaakt en het is goed!’ Door die ontspanning was er lucht om op te krabbelen, problemen aan te pakken en in de ogen te kijken. De rust die het gaf, wakkerde moed aan voor de dingen die werkelijk moesten – zoals het leren voor een wiskundetoets.
Er was een docent op mijn middelbare school die dat ook zag en mij iedere vakantie een opdracht gaf om te schrijven, zodat ik mij kon begeven in een andere wereld dan de realiteit van mijn ouderlijk huis. Ze zag dat het mij hielp om mijn schoolwerk gedaan te krijgen. Ook werd de niet verwoordbare pijn een beetje genezen. Naar mate ik ouder werd zag ik dat waar ik ten diepste naar verlang, altijd binnen handbereik ligt en het een zelfhelende werking heeft. Als ik boos of verdrietig ben, is de pen geduldig om te schrijven of te tekenen. Woorden die omsmelten tot proza verbeeldend in lijn, kleur en vlak zijn voor mij als pleisters voor de ziel.
Ben ik dan de enige die dat zo voelt? Nee! Als ik hier met mensen over spreek is de gemene deler dat ook zij weer terugkeren naar wat zij als kind het allerleukste vonden om te doen en daarin er gewoon ‘zijn’.
Als ik aan de student vraag: ‘Waar ben je goed in?’, krijg ik daar zelden een duidelijk antwoord op. Vaak wordt er gerefereerd naar schoolopdrachten. ‘Ik kan goed presenteren.’ ‘Maar wat is ten diepste wat je nu zou willen?’ Daar durven ze niet aan te denken. ‘Moet ik dat echt zeggen? Ik zou eigenlijk het liefst mijn mountainbike pakken en naar de bossen gaan om van een heuvel af te sjezen, maar dat kan niet…’, doelende op de deadline van morgen. ‘Zou je bij de volgende opdracht ook dat uurtje mountainbiken om de paar dagen kunnen incalculeren?’ Door alles wat moet, is er geen ruimte voor wat mag en dat mogen we studenten laten ervaren.
Het is geen methode die ik heb geschreven of een diagram waar je kunt zien hoe je een bepaalde vaardigheid aanbiedt aan jouw studenten. Het zijn ook niet de zoveelste mindfulness handvatten. Maar hoe zou het zijn als er op school wordt gedoceerd: ‘Zet nu allemaal in je agenda – ‘Vanmiddag ga ik dat doen wat ik als kind het liefste deed…’ Dat je niet de boel de boel laat, maar anders inricht. Waar werd jij als kind zo intens gelukkig van dat je de wereld om je heen vergat, maar het energie gaf voor de dag daarna? Zonder socials of afspraken.
Als docent help je je medemens een beetje verder, naar een diploma het liefst. Ik heb liever als docent dat ze hun diploma vasthouden, in plaats van een huisartsenrecept of doorverwijzing voor een psycholoog. Maar bovenal dat zij in dat stralende moment van het overhandigen van dat papiertje kunnen zeggen: ‘U heeft mij geleerd wat mij echt verder gaat helpen. Dat wanneer het dondert en bliksemt in mijn leven, ik kind mag zijn in het berustende talent dat ik heb gekregen.’
Daar waar ik van geloof dat het innerlijke talent door God in jouw zijn is gelegd en het je zal helpen om uit het diepste dal te klimmen. Want dat talent geeft de ruimte om tot je bestemming te komen.
1) Boom Academy, Navigeren door generatie Y en Z, 8 augustus 2024, ‘De cijfers zijn alarmerend: 80% van de studenten ervaart eenzaamheid, 68% kampt met emotionele uitputting … tm … die perfectie nastreeft?’
Bronnen
Literatuur
Doornbos Jolanda, Beperkt Volmaakt, 2022, Soesterberg uitgeverij Aspekt
Montessori Maria, dr., de methode de ontdekking van het kind, 1993, Amsterdam Nederland Montessori vereniging
Montessori Maria, dr., Het geheim van het Kinderleven, 1937, Amsterdam Van Holkema& Warendorf N.V.
Websites
Boom Academy:
https://www.linkedin.com/posts/boomacademy_navigeren-door-generatie-y-en-z-activity-7227282321538715648-9z3J/
Navigeren door Generatie Y en Z
Veenstra Sandra, Kindkracht, intrinsieke motivatie en levenskunst, uitgave Montessori Magazine:
Kindkracht, intrinsieke motivatie en levenskunst
Film
Todorov Léa, Maria Montessori, 2023
N.a.v. van de Essaywebstrijd 2024 namens de Blauwe Koepel: